Geef het dialectwoord voor:
- zandbaden van kippen en vogels
- een schaafwonde oplopen
- vanbinnen versleten
- iemand doen watertanden
- eelt in de handen
- deurwaarder (Fra. exiger = opeisen)
- een touwschommel
- volop
- rillen
- gezicht en handen met roet insmeren
- klappertjes (Fra. l'amorce = pankruit)
- aanstellige puber
- weeghaak (< ponder)
- bij het knikkeren de schietende hand vooruitstoten
- iets uit zijn fatsoen of model brengen
- achterzak van een broek
- bronstig zijn van een geit
- snelbinder
- larven van de meikever
- cavia of Guinees biggetje