Is d’n ùutleig ònner A of B de zjuste?
A B
1. hingel draaghengsel visstok
2. pètsjrank pottenrek putkuip
3. baarslage klokkengelui baardorsen
voor overledene
4. bil scherphamer haarhamer
5. kattepèès schoenmakersgaren visdraad
6. hinnebiere frambozen kruisbessen
7. kòmbinezao onderjurk houtbewerkingsmachine