Geef het dialectwoord voor:
- bokkenbaardje
- circus
- eventjes
- zwarte snorverf
- kweekgras
- benauwend zijn
- kippenslaapplaats op stokken of latten
- aanslaan van ruiten of brilglazen
- urine van dieren
- bestelwagen van collidienst
- stoopje, jeneverkruik
- stapelen, tassen
- franjes, boord van afhangende draden als versiering
- het beugelspel beoefenen
- zaklamp
- zuchten bij een zware inspanning of bij drukken op toilet
- kruimeltjes
- spaak van een wiel
- snuifje van bv. peper, zout
- wat iemand verdriet aandoet, wat iemand ergert/krenkt